Noordkaap 2018 dag 37 zo 8 juli 2018
Flakk – Molde 292 km
VIJF KUNSTWERKEN OP EEN RIJ
Allereerst het weerbericht van vandaag: vanochtend schijnt de zon erg vrolijk boven Trondheim en is het tegen 09:00 uur al 17ºC (voor de gemiddelde Noor is dit een teken om de korte broek aan te trekken en om de gebruinde bast te ontbloten); in de loop van de ochtend betrekt het; aan het einde van de middag begint het te miezeren.
De E39 speelt vandaag een belangrijke rol. Het is de meest westelijke noord-zuid-route in deze regio. Er is wel een aantal weggetjes dat nog meer naar het westen leidt, maar die gaan allemaal naar eilanden die geliefd zijn bij vogelaars. Voor ons is er dus geen aanleiding om die weggetjes in te slaan.
De E39 begint bij Trondheim als een super-weg: lekker breed en voorzien van een prima wegdek. In Noorwegen zijn deze sprookjes echter vaak maar van korte duur. De weg wordt smaller, en uiteindelijk verdwijnt de gele middenstreep. Dat geeft aan, dat de weg minder dan 5,5 meter breed is (ter vergelijking: een eenvoudige provinciale weg in Nederland is meestal ruim 7 meter breed). Bij zo’n beperkte breedte hoort steevast een beperkte kwaliteit van de verharding. De bestuurder heeft daardoor maar twee halve ogen beschikbaar, om naar de omgeving te kijken. De resterende halve ogen zijn nodig om het wegdek te scannen op gaten en om de bochtige weg te verkennen op tegenliggers.
De hoogtepunten van de E39 zijn de kunstwerken aan weerszijden van het eiland Bergsøya. Aan de oostzijde ligt kw1, een behoorlijk lange blauwe stalen pontonbrug (de Bergsøysundbrug; daar was onze picknick). Aan de westzijde ligt kw2: een mooie hangbrug (de Gjemnesundbrug).
Net voor de Gjemnesundbrug gaan we de “70” op, richting Kristiansund. Al direct duiken we kw3 in: de Freifjordtunnel (zoals de naam al zegt, gaat deze tunnel – van 5,8 km – onder het Freifjord door; 10% omlaag en 10% omhoog). Een paar kilometer na deze tunnel rijden we Kristiansund binnen. Vergeleken met Tromsø is Kristiansund een verademing. Alles klopt aan deze stad. De gebouwen zijn verzorgd, de wegen zijn van goede kwaliteit, de haven is gezellig druk.
In Kristiansund rijden we de “64” op. Al meteen aan het begin komen we het vierde kunstwerk tegen: de Atlanterhavstunnel (deze gaat onder het Bremsnesfjord door; hij is ook 5,8 km lang, en ook 10% omlaag en 10% omhoog). Deze tunnel is veel nieuwer dan de Freifjordtunnel. Dat merk je aan twee dingen: je moet er tol betalen (pakweg €16,00) en het hoogtepunt (in dit geval het laagste punt) is feestelijk blauw verlicht.
Een paar kilometer na de Atlanterhavstunnel begint de Atlanterhavsveien. We waren hier vorig jaar ook al, maar we kunnen het niet laten om er nog eens heen te gaan. De Atlantershavsveien loopt over een aantal kleine eilandjes, die onderling zijn verbonden met dammen en bruggen. De meest markante brug, het vijfde kunstwerk van vandaag, is de Storseisundbrug. Deze boogbrug ligt in een gebogen wegvak. Door de dubbele kromming ziet de brug er erg bijzonder uit.
Aan het einde van de “64” ligt Molde, naar Noorse begrippen met 26.000 inwoners een betrekkelijk grote stad. Hier staan we op de camping, precies in het verlengde van de startbaan van het vliegveld van Molde, We hebben al een paar betrekkelijk stevige jongens zien overkomen.