IBERIË 2019

In 2019 hebben we van 4 mei tot en met 30 juni een rondreis gemaakt door West-Spanje, Portugal en Noord-Spanje.
In 58 dagen hebben we 33 etappes gereden, waarbij we 7426 km hebben afgelegd.

routekaart
campings en camperplaatsen
inhoud

inleiding

top

IETS VOORBIJ PARIJS
dag 01      za 4 mei 2019
Tilburg – Melun       501 km

We rijden vandaag naar Melun, iets voorbij Parijs. Dat is een rit van 501 km, waarmee we op de eerste dag al ongeveer 7% van de geplande afstand afleggen. 

Voor deze reis naar Spanje en Portugal zijn België en Frankrijk vooral doorreislanden (alhoewel we morgen in de buurt van Limoges wél een culturele stop zullen maken). Daarbij hebben we als stelregel, dat we in Frankrijk niet over de tolwegen rijden (tenzij het echt niet anders kan). Ook willen we, om de drukte te ontlopen, enige afstand tot Parijs bewaren. 

We vertrekken rond half tien, uitgezwaaid door onze buren Paul en Jeannette (dat is inmiddels een goede gewoonte). We rijden via Breda naar Antwerpen, waar we de afslag naar Brussel nemen. Bij Brussel volgen we de westelijke ring, de E19, ook al hebben TomTom en Google Maps een duidelijke voorkeur voor de oostelijke ring. Als je de E19 maar blijft volgen (en dat doen we al sinds we bij Hazeldonk de grens zijn overgestoken), dan kom je vanzelf in de buurt van Mons (Bergen). Onderweg krijgen we met onze eerste stortbui van de dag te maken. Er zullen er nog verschillende volgen, afgewisseld door zonnige perioden.

stortbui tussen Brussel en Mons (Bergen)
de eerste druppels
op de camping in Melun

Bij Mons willen we de R5 richting Maubeuge nemen, maar er wordt ter plaatse behoorlijk aan de E19 gesleuteld. De afslag naar de R5 is niet te vinden (dat kan aan ons liggen), dus we rijden nog een flink stuk verder, nemen een afrit en keren via de tegenoverliggende toerit terug naar Mons, en vinden aldaar nu wél een afrit naar de R5. In Maubeuge, het is door al die stortbuien  inmiddels afgekoeld tot 5ºC, kiezen we voor de N2. We rijden langs Laon en Soissons tot aan vliegveld Charles de Gaulle. Daar begint voor ons La Francilienne (A104/N104), de buitenste rondweg van Parijs (ongetwijfeld bekend bij bezoekers van Disneyland-Parijs). Deze weg brengt ons in Melun. Daar staan we op camping La Belle Etoile, aan de oever van de Seine.

top

MAG NIET WORDEN VERGETEN
dag 02      zo 5 mei 2019
Melun – Aixe-sur-Vienne       411 km

camping in Aixe sur Vienne

We zijn weer 411 km verder. We staan op Camping Municipal Les Grèves in Aixe sur Vienne, een klein plaatsje ten zuiden van Limoges. 

Het eerste deel van de reis (Melun – Fontainebleau – Nemours – Montargis – Gien – La Chapelle d’Angillon – Vierzon) verloopt een beetje traag. Blijkbaar zijn alle Roma en Sinti met hun busje met daarachter een kanjer van een caravan (vroeger reden ze met grote Tabberts, maar tegenwoordig zijn het vooral Fendts) op weg naar een bijeenkomst. Daarom zijn we blij om bij Vierzon de A20 naar Limoges op te draaien (tolvrij). Iets ten noorden van Limoges nemen we de D2007 richting Perigueux en vervolgens de N141 richting Angoulême. Op die weg nemen we de afslag naar Oradour-sur-Glane.

De titel van dit verslag heeft betrekking op Oradour-sur-Glane. Er is waarschijnlijk geen enkele plek in Frankrijk die zoveel trieste herinneringen oproept aan de tweede wereldoorlog. Tijdens de dagen die volgden op D-Day kwam het Franse verzet massaal in actie om de Duitsers te hinderen bij het sturen van versterkingen naar de Normandische invasiestranden. Bij die acties werd een Duitse SS-generaal ontvoerd. De Duitsers besloten, een vergeldingsactie uit te voeren. Het is onduidelijk, waarom zij daarbij Oradour-sur-Glane hebben uitgekozen. 

Tweehonderd SS’ers omsingelden het dorp. De mannen van het dorp werden op verschillende plaatsen gefusilleerd, de vrouwen en kinderen werden opgesloten in de kerk, die vervolgens in brand werd gestoken. Tot slot werd het hele dorp opgeblazen en in brand gezet. Op bevel van Charles de Gaulle is het vernietigde plaatsje onaangeroerd gebleven en tot nationaal monument verklaard.

eerste blik op Oradour
eerste stappen in Oradour
de hoofdstraat van Oradour
de auto van de dokter
nog een paar auto’s
en een fiets
de hoofdstraat ter hoogte van de kerk
de kerk van Oradour
de kerk van Oradour
wat ligt daar bij het altaar?
dit ligt daar bij het altaar!
een naaimachine
nog een, van een bekend merk
afgeslacht en verbrand; zes mannen konden ontsnappen
zó zag de hoofdstraat van Oradour er eens uit

top

BIJNA IN SPANJE
dag 03       ma 6 mei 2019
Aixe-sur-Vienne – Urrugne 442 km

de catamaran nadert de rotonde in Houeillès

We zijn bijna in Spanje. We staan op camping Larrouleta in Urrugne, een klein plaatsje tussen Saint-Jean-de-Luz en de Frans-Spaanse grens. 

Het gedeelte tot Mont-de-Marsan (N21 naar Périgueux en Bergerac, D933 naar Marmande en Mont-de-Marsan) is al bekend van de Andalusië-reis van 2016. Er is echter één verschil met toen: deze keer komen we tussen Pompogne en Houeillès achter een bijzonder transport terecht: er wordt een kanjer van een catamaran vervoerd. Inhalen is geen optie, en tot Houeillès is er geen zijweg te bekennen. Als de catamaran op de rotonde in Houeillès blijkbaar van plan is om door te rijden naar Mont-de-Marsan, beginnen we maar op goed geluk aan een omweg. We haasten ons over smalle landbouwweggetjes, gelukkig zonder tegenliggers, via Allons naar Losse aan de N524, en met succes, want als we achter Losse weer terug zijn op de D933, zit de catamaran achter ons.

In Mont de Marsan rijden we over de D824 richting Dax. Iets westelijk van Dax nemen we de A63 richting Spanje.  Dit is een tolweg, dus strijdig met onze principes,  maar je hebt hier geen keus, want de D810, de voormalige Route Nationale door Bayonne, Biaritz, Bidart en Saint-Jean-de-Luz, is één grote file.

top

LEKKER IN DE ZON
dag 04      di 7 mei 2019
Urrugne       0 km

met luifel en zonblokker op de camping van Urrugne

We proberen het vol te houden: na drie reisdagen blijft de buzz minstens een dag op z’n plek staan. We houden vandaag dus een rustdag. Met al dat geluier vergeten we bijna om een verslag te schrijven. 

Het is goed weer, dus we zetten de luifel uit. We proberen onze ‘nieuwe’ zonblokker.
(We hebben dat ding aangeschaft na onze reis door Andalusië. Het gebeurde daar nog wel eens dat we zelfs onder de luifel niet in de schaduw konden zitten. De zonblokker ligt al twee jaar achter in de laadruimte, want in Scandinavië hadden we dat ding niet nodig. We verwachten dat ie tijdens deze reis geregeld dienst zal doen. Daarom hebben we ‘m vandaag maar eens uitgeprobeerd.)

In de loop van de avond testen we het camping-restaurant. We zijn tevreden reizigers.

top

DAN MAAR DOORRIJDEN
dag 05       wo 8 mei 2019
Urrugne – Burgos       257 km

We staan op camping Fuentes Blancas in Burgos. In het reisplan staat, dat we vandaag San Sebastian bezoeken, maar het weer aan de kust is erg beroerd: veel regen en harde windstoten. Dat is verre van ideaal voor een bezoek aan een statige badplaats. We besluiten om San Sebastian op de terugweg ’te doen’ en rijden door naar Burgos (over de A-1 naar Vitoria-Gasteiz, vanaf Miranda de Ebro over de N-1 naar Burgos).

Tegen het einde van de middag klaart het weer sterk op en rijden we op de fiets langs de rivier naar het centrum van Burgos. Daar vallen twee zaken op: de Arco de Santamaria (een oude stadspoort) en de kathedraal van Burgos. De kathedraal is vooral heel erg imposant (dit kun je niet fotograferen). Het is helaas al te laat, om de kathedraal van binnen te bekijken. Het is toch even wennen aan de Spaanse gewoonten: de restaurants gaan op z’n vroegst om 19:00 uur open, maar de toeristische trekpleisters laten na 17:00 uur niemand meer toe. Het centrum van Burgos is gezellig, met veel pleintjes, een mix van historische en moderne gebouwen.

langs het riviertje naar het centrum van Burgos
Arco de Santamaria
typisch veelkleurig plein in Burgos
een deel van de kathedraal van Burgos
nog een deel van de kathedraal van Burgos
en nog een deel van de kathedraal van Burgos

’s-Avonds speelt Ajax de returnwedstrijd in de halve finale van de Champions Leage tegen Liverpool. De wifi van de camping is niet geschikt om de wedstrijd te streamen op de iPad. De wedstrijd is ook te zien op een tv-scherm in de kantine, maar daar is geen fatsoenlijke plaats te vinden. Gelukkig hangt er in de Nederlandse caravan aan de overkant van het straatje een forse flatscreen. Omdat de gordijntjes van die caravan open blijven, kunnen we de wedstrijd toch nog redelijk volgen.

top

WEER EEN BEETJE ZUIDELIJKER
dag 06       do 9 mei 2019
Burgos – Salamanca       255 km

op de camping in Salamanca

Vandaag Is een pure reisdag: 255 km over de A-62 van Burgos naar Salamanca. De kilometerteller staat inmiddels op 1866 km. We hebben nu ongeveer 25% van de geplande route achter de rug. 

We staan op camping Don Quijote in Cabrerizos, een klein plaatsje direct oostelijk van Salamanca. De camping heeft mooie plaatsen en prima sanitaire voorzieningen. De camping heeft echter een matig wifi-netwerk. Het eurovisie-songfestival zal het dus zonder ons moeten doen. 

Morgen houden we weer een rustdag. Voor zaterdag wordt mooi weer voorspeld. Waarschijnlijk fietsen we dan naar de stad.

top

EEN WEEK ONDERWEG
dag 07       vr 10 mei 2019
Salamanca      0 km

Met betrekking tot het Eurovisie-songfestival zaten we er gisteren behoorlijk naast, want dat is pas over een week. We hebben nog niet vastgesteld of we dit een meevaller of een teleurstelling vinden. 

We doen vandaag niets behalve boodschappen bij de Lidl. We kopen daar o.a. 15 liter water. Het Spaanse kraanwater heeft een nogal sterke chloorsmaak, dus dat gebruiken we alleen nog maar om het toilet van de buzz door te spoelen. 

In de loop van de middag merken we, dat het korte-broeken-weer is geworden. Morgen is het hier 24°C, prima weer dus om de stad te bezoeken. We zullen zien of we zonder hulp de kikker in de hoofdpoort van de universiteit kunnen vinden. We voelen ons in ieder geval uitgedaagd door Marij om dat te proberen.

top

DE KIKKER GEVONDEN
dag 08       za 11 mei 2019
Salamanca      0 km

fietsen aan het hek

We gaan op de fiets naar Salamanca. Op een klein stukje na, ligt er een prima fietsroute van de camping naar Salamanca. In het centrum van Salamanca is het veel te druk om te fietsen. Daarom maken we de fietsen vast aan een hek in de buurt van de Romeinse brug.

Wat een mooie en vooral gezellige stad is Salamanca. Het is erg druk met inboorlingen (het is zaterdag) en met feestgangers: de universiteit reikt vanochtend flink wat diploma’s uit, en al die geslaagden, herkenbaar aan een gekleurde stola, lopen met hun gasten door de stad. Op het Plaza Mayor is men bezig met de voorbereiding van een festival; het prachtige plein staat vol met kraampjes en een hinderlijk podium. Dat is wel jammer.

Plaza Mayor met hinderlijke stalletjes en podium
Plaza Mayor
het huis met de schelpen (Casa de las Conchas)
afgestudeerd

Het is even zoeken, maar uiteindelijk vinden we op eigen kracht de kikker boven de hoofdingang van het universiteitsgebouw. De zoektocht wordt overigens wél iets vergemakkelijkt door een mevrouw die blikken kikkers verkoopt en ter verduidelijking een affiche van dé kikker heeft staan in haar stalletje. We weten dus, dat we naar een doodshoofd moeten zoeken. Maar zelfs met die informatie lijkt het op het zoeken van een naald in een hooiberg.

de hoofdingang van de universiteit
hier ergens moet de kikker zitten
hier zit de kikker

We zijn erg onder de indruk van de twee kathedralen: een kleine vroeg-gotische kathedraal uit de 12e eeuw en een heel grote laat-gotische maar vooral barokke nieuwe kathedraal (1513-1733).

de nieuwe kathedraal van Salamanca
de oude kathedraal van Salamanca
volgens Google: groot-nieuw en klein-oud met één toren
nieuwe kathedraal
nieuwe kathedraal
oude kathedraal

We bezoeken aan het einde van onze tocht door Salamanca nog de Romeinse brug. Vooral het zicht vanaf de brug op het hoger gelegen Salamanca is prachtig.

de Romeinse brug
Salamanca vanaf de Romeinse brug
de kathedralen vanaf de Romeinse brug

top

NU WORDT HET ECHT WARM
dag 09       zo 12 mei 2019
Salamanca – Cáceres       224 km

Camping Cáceres

We staan op Camping Cáceres. We zitten in het hart van Extremadura, naar verluidt de armste streek van Spanje. Het is hier 31°C. 

Kijk je onderweg om je heen, dan zie je een grote afwisseling. Nog niet zo ver onder Salamanca rijdt je door de uitlopers van de Sierra de Gredos. Daar ligt nog sneeuw op de toppen. Iets zuidelijker rijdt je Extremadura binnen: een licht golvend droog gebied met alleen nog maar kleine kurkeiken. Cáceres ligt midden in Extremadura. 

In Cáceres rijden we eerst naar een camperplaats nabij het oude centrum. Van daaruit lopen we naar het centrum. (De camping van Cáceres ligt nogal ver buiten de stad en er zijn geen fietspaden, dus het is onzinnig om vanuit de camping een fietstocht naar het oude centrum te maken.) 

Cáceres heeft een gezellig Plaza Mayor. Net als in Salamanca is er een festival en is de Plaza bedorven door een podium.

ook een podium op het Plaza Mayor van Cáceres
het Plaza Mayor van Cáceres
de oude stad gezien vanaf het Plaza Mayor
pleintje in de oude stad van Cáceres
nog een pleintje in de oude stad

We rijden naar de camping van Cáceres. Opmerkelijk: elke plaats op deze camping heeft zijn eigen sanitair. Dat is pure luxe. Voorts, de wifi is prima en dat geldt ook voor het camping-restaurant.

top

DWARS DOOR EXTREMADURA
dag 10       ma 13 mei 2019
Cáceres – El Rocio       340 km

Na een flinke rit staan we op camping La Aldea in El Rocio.

We zitten al een tijdje in dubio: gaan we via Sevilla of rijden we door het binnenland van Extremadura. Sevilla staat op het programma, omdat het ons daar in 2016 goed is bevallen. Extremadura komt echter  in de belangstelling door een interessant artikel in het maartnummer van het blad TopCamper (waarvan we er drie per jaar ontvangen van de camperverzekeraar) en door enthousiaste verhalen van camperaars in Salamanca. Omdat Meteo Iberica aangeeft dat het vandaag in Sevilla wel eens warmer kan worden dan 37°C, kiezen we voor de route door Extremadura. 

Voor de spoorzoekers: we volgden de A-66 tot aan Zafra, de EX-101 tot aan Frenegal de la Sierra, de N-435 tot aan Valverde del Camino, de A-493 tot aan Bollullos, de A-483 tot aan El Rocio. 

Het binnenland van Extremadura is een nagenoeg verlaten gebied met stevige heuvels (tot 12%), droog, ruw. Het landschap wordt ook wel ‘de dehesa’ genoemd: kurkeiken, schrale grassen, lage struiken, zo hier en daar wat koeien onder de bomen. Heel boeiend.

Extremadura: de dehesa
Extremadura: de dehesa
Extremadura: de dehesa
Extremadura: de dehesa (de koeien staan binnen)
Extremadura: de dehesa
de camping in El Rocio

El Rocio is een merkwaardig bedevaartplaatsje met uitsluitend zandwegen. Morgenochtend gaan we het bekijken. 

Ook de wegen op de camping in El Rocio zijn van zand.

top

ZANDWEGEN EN PORTUGAL
dag 11       di 14 mei 2019
El Rocio – Tavira       143 km

nationaal park Doñana bij El Rocio

Het duurt tot zondag voordat de temperatuur in Sevilla weer draaglijk is (voor ons althans). Daar willen we niet op wachten. We rijden dus maar verder naar het westen. Na een vrij korte rit staan we op camping Ria Formosa in Tavira. We zijn in Portugal, in de oostelijk Algarve. 

We gaan echter eerst naar El Rocio. Dit plaatsje is het eindpunt van de grootste Spaanse bedevaart. Deze begint van oudsher in Sanlúcar de Barrameda aan de Quadalquivir. De tocht door het nationale park Doñana duurt drie dagen. Doñana is een moerassig gebied, waar het ‘s-zomers wemelt van de muggen. Het is dus een serieuze beproeving om daar drie dagen doorheen te trekken.

Op de ochtend van 2e Pinksterdag komt men in El Rocio aan om de Heilige Maagd van El Rocio te aanbidden en door het stadje rond te dragen. Op 2e Pinksterdag zijn er wel 1.000.000 mensen in het stadje (daarom zijn we in 2016 niet naar El Rocio gegaan).

De wegen in het stadje zijn allemaal van zand. Regelmatig rijdt er een grader rond om de wegen te egaliseren. Af en toe wordt er wat water op het zand gesproeid, om ernstige stofvorming te voorkomen. De toeristen rijden beschaafd langzaam, de inboorlingen zijn wat minder geduldig en veroorzaken nogal wat stof. De huizen zijn, naar goed Andalusisch gebruik, wit geschilderd. 

We zijn op bezoek geweest bij de Heilige Maagd. Ze staat te pronken temidden van een enorm verguld altaarstuk. Voor ons, toch min of meer ontkerkelijkte nuchtere Nederlanders, is de devotie van de Spaanse bezoeker bijna ontroerend.

de kerk van de Heilige Maagd, met lokaal o.v. 
de Heilige Maagd in het goud
zandweg en witte gebouwen
zandweg en witte gebouwen
brede zandweg en witte gebouwen

We rijden over de A483 en de A49 richting Portugal. Direct over de grens nemen we de afslag naar Vila Real de Santo António (zou je doorrijden op de A22, dan kom je op een tolweg terecht). In V.R. de S.A. nemen we de N125 naar Tavira.

top

WOENSDAG WASDAG
dag 12       wo 15 mei 2019
Tavira       0 km

de camping in Tavira

We hebben, gerekend vanaf Salamanca, drie dagen gereden. Het is dus weer tijd voor een rustdag. 

Camping Ria Formosa is goed geoutilleerd. Zo staan er zes moderne wasmachines. We draaien vandaag dus maar een wasje. 

Morgen gaan we op de fiets naar Tavira.

top

BEST WEL EEN AARDIG STADJE
dag 13       do 16 mei 2019
Tavira       0 km

Tussen Conceicão (daar is onze camping) en Tavira ligt een uitstekend fietspad, uiteraard aangelegd met een financiële bijdrage van de EU. Helaas is de brug over de Ribeira do Almagem vorig jaar aangevaren en daardoor instabiel geworden. Het ontbreekt blijkbaar aan middelen, want de brug is nog niet hersteld. 

We moeten dus met de fiets over de N125, de oude, drukke hoofdweg door de Algarve. Dat valt helemaal niet tegen. De weg heeft vrij brede vluchtstroken en de passerende automobilisten doen hun best om zoveel mogelijk afstand te nemen. Ook in de stad is het weggedrag van de plaatselijke bevolking erg beheerst en correct. Wat dit betreft scoort Portugal méér punten dan Spanje. 

Wij vinden Tavira ‘best wel een aardig stadje’, gezellig druk, veel terrasjes. Jammer, dat je door al die parasols betrekkelijk weinig van het stadje zelf ziet. Tavira is leuk genoeg om even door te fietsen, maar niet heel erg bijzonder.

Romeinse brug in Tavira
een typisch straatje in Tavira
Tavira aan de Rio Gilão (inzoomen voor het hoofdplein)

top

VAN OOST NAAR WEST
dag 14       vr 17 mei 2019
Tavira – Lagos       146 km

We zitten op camping Turiscampo in het gehucht Espiche, een klein stukje westelijk  van Lagos. 

Het oostelijke deel en het centrale deel van de Algarve kunnen ons niet zo bekoren. Het gebied is bijna helemaal volgebouwd, met badplaatsen en met industriegebiedjes. 

We bezoeken eerst Faro. We kennen de stad eigenlijk alleen van het vliegveld. Het is een oude stad, maar alleen de stadsmuren en de kathedraal maken indruk. Buiten de stadsmuren is het een moderne stad met brede wegen en hoogbouw. Het vliegveld wordt intensief gebruikt door prijsvechters: om de haverklap komt er een Ryan Air of een Easy Jet laag en luid overvliegen.

de stadsmuren van het oude Faro
een straatje in het oude Faro
een pleintje in het oude Faro
het moderne Faro

We laten Albufeira en Portimão links liggen. We begrijpen dat deze plaatsen voor menige badgast en partyliefhebber aantrekkelijk zijn, maar de aanblik van kolossale witte toeristencomplexen nodigt ons niet uit voor een nadere kennismaking. 

Halverwege beide badplaatsen is het iets rustiger. Hier verkennen we de kust: hoge rotskusten met af en toe een klein strandje. Vooral Praia da Marinha is de moeite waard. Dit is geen gebied voor massa-toerisme. Het is eerder bestemd voor de “happy few”, getuige de kapitale huizen die hier staan.

de kust tussen Albufeira en Portimão
Praia da Marinha

Volgens de gidsen is het gebied tussen Lagos en Sagres veel boeiender dan we tot nu toe van de Algarve hebben meegekregen. Die gidsen beschrijven Lagos als de meest authentieke plaats van de Algarve. We zullen de komende dagen zien, of de gidsen gelijk hebben.

top

NIETS OP TE MERKEN
dag 15       za 18 mei 2019
Lagos       0 km

Zie de titel van dit verslag.

top

WE FIETSEN BINNENDOOR
dag 16       zo 19 mei 2019
Lagos       0 km

landschap tussen Luz en Lagos

De directe verbinding met Lagos wordt gevormd door de N125. Deze kent hier echter, in tegenstelling tot bij Tavira, geen vluchtstroken. Dat is niet zo prettig om te fietsen. Daarom gaan we eerst naar Luz, een kleine badplaats ter hoogte van de camping. Vanuit Luz fietsen we binnendoor naar Lagos. Deze route voert door een vriendelijk golvend landschap.

Lagos is veruit de gezelligste, meest relaxte stad die we tot nu toe in de Algarve hebben bezocht. Leuke straatjes, vaak met calcada portuguesa (zwart-witte mozaïeken), leuke pleintjes, ook met mozaïek, mooie kerken, een robuuste stadsmuur, een prachtig gelegen fort.

straatje met calcade portuguesa
onze eerste azulejo
het meest-betegelde huis van Lagos
plein met kerk in Lagos
Lagos: fort met ophaalbrug
genoeg ruimte om te flaneren in Lagos

Op de terugweg fietsen we nog even naar de praia van Luz. Er is niet veel zon om in te baden, dus het strand is vrij leeg. Het is echter goed toeven op een van de terrasjes aan de boulevard.

het strand van Luz
de boulevard van Luz

top

DWARS DOOR DE SERRA
dag 17       ma 20 mei 2019
Lagos – Ourique      191 km

We zijn op camping Serro da Bica in de buurt van Ourique. 

Het eerste deel van de tocht gaat langs de zuidkust naar het uiterste puntje van Portugal: Cabo de São Vicente. Als je op de landkaart kijkt, dan zie je duidelijk dat deze kaap helemaal niet het meest westelijke puntje van Portugal is, maar dat wisten ze ten tijde van de grote ontdekkingsreizen nog niet. De kaap was het laatste stuk van het vasteland dat men bij het uitvaren zag. Lagos was immers de thuishaven van de ontdekkingsreizigers.

De kaap is best indrukwekkend. Een ding staat vast: het weer is er stukken beter dan vorig jaar op de Noordkaap. Het is er ook een stuk goedkoper.

Cabo de São Vicente
Cabo de São Vicente
Cabo de São Vicente

Van de kaap rijden we terug naar Sagres. Daar bezoeken we het fort. Bij aankomst maakt het een stoere indruk. De landzijde is nog geheel intact. Van de zeezijde is nog maar een vrij klein deel bewaard gebleven. Het is dus eigenlijk nog maar een half fort. Vanaf het fort heb je een mooi uitzicht op Cabo de São Vicente.

het fort bij Sagres
zicht op Cabo de São Vicente vanaf het fort bij Sagres
picknick bij Praia da Bordeira

Vanuit Sagres rijden we via de N268 naar het noorden. We hebben een prima picknick bij het Praia da Bordeira.

In Aljezur (we rijden inmiddels over de N120) nemen we de N267 naar Monchique. Deze weg gaat dwars door de Serra de Monchique. Een serra is voor Portugese begrippen een gebergte of een bergketen, maar in het Europese gebergtenklassement staat de Serra de Monchique ergens tussen de Ardennen en de Vogezen. In de buurt van Monchique slaan we af naar de Fóia, met 902 meter de hoogste top van de serra. Vanaf daar heb je een vrij uitzicht over het westelijke deel van de Algarve. Je ziet Portimão en Lagos duidelijk liggen.

uitzicht (op Portimão) vanaf de Fóia
de oostelijke Serra de Monchique, gezien vanaf de Fóia
brandschade, maar de natuur herstelt zich vrij snel

Vanaf Monchique gaan we verder oostwaarts over de N267. Dit deel van de serra is zwaar getroffen door de massale bosbranden van vorig jaar. Dat levert een behoorlijk triest beeld op, maar we zien ook, dat de natuur al begonnen is om zich te herstellen. 

op de camping bij Ourique

Aan het einde van de N267 nemen we de IC1 in noordelijke richting . We zitten nu in de heuvelachtige uitlopers van de Serra de Monchique.

top

KEITJES EN KINDERKOPJES
dag 18       di 21 mei 2019
Ourique – Évora       230 km

We staan nu op de Orbitur-camping in Évora.  

Voor de spoorzoekers: over de IC1 naar Ourique, vandaar over de IP2 naar Beja en Portel, vervolgens over de M538 en de N255 naar Reguengos de Monsaraz, over de N256 en de M514 naar Monsaraz, terug naar Reguengos en over de N256 en de IP2/N18 naar Évora. 

Tegen lunchtijd komen we in Monsaraz aan. Na de picknick onder de stadsmuur, met een prachtig uitzicht op het belangrijkste zoetwaterreservoir van Portugal (ontstaan door de aanleg van een stuwdam bij Alqueva), lopen we het ommuurde middeleeuwse stadje in. Het ligt, met een heus kasteel, strategisch op een heuvel. De witgekalkte huisjes liggen aan vrij smalle pittoreske straatjes die zijn geplaveid met kleine (inmiddels spiegelgladde) keitjes.

eerste blik op Monsaraz
uitzicht tijdens de picknick in Monsaraz
straatje in Monsaraz
straatje in Monsaraz
doorkijkje in Monsaraz
laatste blik op Monsaraz

Vervolgens rijden we naar de camping van Évora, waarna we op de fiets de stad ingaan. Évora was al bewoond door de Romeinen (er staat een oude Romeinse tempel en er is nog een aquaduct). Het heeft zich ontwikkeld tot een vrij grote ommuurde middeleeuwse stad met pleinen, kerken en vooral veel smalle hobbelige straatjes. Het is er behoorlijk druk, want iedereen wil kennelijk met de auto door die smalle, vaak behoorlijk steile, altijd bijzonder hobbelige straatjes naar zijn eigen voordeur. Fietsers op straat zijn dan maar hinderlijk, want je kunt ze niet passeren en ze gaan niet snel genoeg. Wat een herrie maken al die autobanden op die ongelijke kinderkopjes.

Opvallend: verschillende bogen van het aquaduct zijn dichtgemetseld, met een deur erin. Blijkbaar kun je ook daar wonen.

De straatjes rond het hoofdplein zijn autovrij. Daar is het aangenaam vertoeven.

Praca do Giraldo (hoofdplein van Évora)
Romeinse tempel in Évora
het aquaduct van Évora
wonen in een aquaduct
straatje in Évora
het is gezellig in het centrum van Évora

top

NIETS VERANDERD IN 32 JAAR
dag 19       wo 22 mei 2019
Évora – Lissabon       132 km

We rijden vanochtend richting Lissabon, over de N114/N4. Bij Montijo nemen we de Vasco da Gama-brug over de Taag, die hier behoorlijk breed is. Via de noordelijke rondweg rijden we Lissabon binnen. 

de Taag bij Lissabon is behoorlijk breed
de Vasco da Gama-brug
op de camping in Lissabon

We staan nu op de stadscamping van Lissabon: Parque Campismo Monsanto. We waren in 1987 ook op deze camping. Er is in die 32 jaar nauwelijks iets veranderd. Zo lijken de sanitairgebouwtjes in ieder geval nog hetzelfde, en dat geldt ook voor de pislucht die er in de mannenafdeling hangt. De toilethokken zijn zó klein, dat je op de poepdoos moet klimmen om de naar binnen draaiende deur te kunnen sluiten. 

Stonden we 32 geleden nog met een tentje ergens tussen de bomen van het bos, nu staan we op een aangewezen plek, een typische plek voor campers en caravans: een betonplaat tussen de bomen met een eigen kraantje, afvoer en afvalbak. Dat lijkt heel wat, maar het is godsonmogelijk om de bus min of meer waterpas te zetten. Hoe kun je het bedenken: betonnen platen die in twee richtingen sterk aflopen. 

Nog iets: het is veruit de duurste camping tot nu toe, maar er is geen wifi. 

We waren van plan om hier drie nachten te blijven, een dag om nog eens naar Lissabon te gaan en een rustdag (we hebben immers weer drie reisdagen achter ons), maar we denken dat we het bij twee nachten zullen laten.

top

MET DE BUS EN MET DE TRAM
dag 20       do 23 mei 2019
Lissabon      0 km

We hebben ooit overwogen om met de buzz naar een camperplaats in Lissabon te gaan, om daar de fietsen van de buzz te halen en vrolijk door de stad te fietsen. Menigeen wist echter zeker dat fietsen in Lissabon absoluut gekkenwerk zou zijn (en ze hebben gelijk; we hebben welgeteld één fietser in de stad gezien). Daarom gaan we met lijn 714 naar Lissabon. 

De vorige keer hebben we Lissabon tot in alle uithoeken bezocht. Deze keer willen we vooral de stad proeven. We zullen de stad bekijken vanuit tramlijn 28E. Deze tramlijn geldt als een van topattracties van Lissabon. De lijn wordt gereden met vooroorlogs ogende kleine gele trammetjes 

Dus gaan we met 714 naar de stad. We stappen uit bij het Praca do Comércio, het grote plein aan de zuidkant van centrum van de stad. Daar duiken we het metrostation in om dagkaarten voor het openbaar vervoer te kopen.

Praça do Comércio
Praça do Comércio
de Taag vanaf het Praça do Comércio

Met de metro rijden we naar het Praca Martim Moniz. Daar is het vertrekpunt van de 28E. Je moet niet verbaasd zijn, als je een uurtje moet wachten tot je kunt instappen. Het gele trammetje slingert door de smalle straatjes van de stad naar het oosten. De rit duurt zo’n anderhalf uur. Aan het eindpunt stappen we in tramlijn 25E, die ons via een andere route weer naar het centrum brengt.

Praca Martim Moniz: in de rij voor lijn 28E
daar is onze tram
de 28E bij de Miradouro de Santa Luzia

We wandelen wat door het centrum, pikken een terrasje onder de Elevador de Santa Justa, en beginnen vervolgens aan de klim naar de Miradouro de Santa Luzia, vanwaar we via de smalle straatjes van Alfama weer naar het centrum teruglopen (overigens, toen wij in 1987 door Alfama liepen, hing er veel meer was te drogen en waren er nog helemaal geen restaurantjes te bekennen). 

een terrasje pikken bij de Elevador de Santa Justa
vrij druk voor een doordeweekse dag in mei
de jacaranda staat prachtig te bloeien
Miradouro de Santa Luzia: Alfama en de Taag
typisch straatje in Alfama
typisch straatje in Alfama

De 714 brengt ons weer naar de camping.

top

DE KAAP EN DE KASTELEN
dag 21       vr 24 mei 2019
Lissabon – Odrinhas      78 km

Na een betrekkelijk korte rit staan we op de camperplaats in Odrinhas, een stukje ten noorden van Sintra. 

We maken vandaag verschillende stops. We rijden vanochtend eerst langs de kust naar Cascais. Dit lijkt wel het meest welgestelde deel van Portugal. Alleen bij Estoril zien we nog sporen van de stevige bosbranden die hier vorig jaar hebben gewoed. Bij Cascais nemen we de kustweg N247. Je komt dan langs de Cabo Raso (aardig, maar niet voor langer dan een paar minuten) en langs de duinen van Guincho. Deze duinen wandelen gewoon de weg over. Je hebt er een mooi (maar vandaag nogal heiig) uitzicht op de meest westelijke punt van Portugal: Cabo da Roca. Om bij die kaap te komen, moet je een vrij smal kronkelig zijstraatje afrijden, hopend dat je geen tegemoetkomende touringcar treft in een van de bochten. De kaap zelf is erg druk (half Korea was aanwezig) en bijzonder winderig.

Cabo da Roca in de (nevelige) verte
onderweg naar Cabo da Roca
het is behoorlijk druk op Cabo da Roca
de oceaan bij Cabo de Roca
de trein van Portela de Sintra naar Sintra

We rijden, nog steeds op de N247, door naar Sintra. Onderweg zien we nog verschillende sporen van de branden van vorig jaar. Het plan is, om de buzz ergens aan de rand van Sintra te stallen om vervolgens op de fiets de paleizen af te rijden. Welnu, het stallen gaat prima (op een grote parkeerplaats bij station Portela de Sintra), maar het fietsen laten we maar achterwege, want we zien dat het erg druk is op straat. We gaan daarom maar, voor €1,00 p.p., met de trein naar het hoofdstation van Sintra.

Vanaf het station lopen we omhoog naar het historische centrum van Sintra. We hebben ook hier de Lissabonmethode toegepast: niet alles bezoeken (dat hebben we tijdens de vorige reis al gedaan), maar gewoon algemene indrukken proeven. We lopen dus wat door het oude centrum en gaan daarna lekker op een terrasje zitten om de drukte gade te slaan.

het Moorse kasteel in Sintra
het Palácio Nacional in Sintra
het stadhuis van Sintra
het oude centrum van Sintra
de camperplaats in Odrinhas

Eenmaal terug (met de trein) op het parkeerterrein besluiten we om daar niet te overnachten. We rijden daarom via de N247 een stukje noordwaarts naar het dorpje Odrinhas, waar we op de plaatselijke camperplaats een plekje vinden. De camperplaats vraagt €10,00 per nacht. Daarvoor krijg je een veilig gevoel (de poort is voortdurend dicht), vlakke plaatsen met een redelijke omvang, en elektriciteit. Er is geen sanitair, maar wel een prima verzorgingsplaats en een zwembad.

top

DE WESTKUST EN HET ORKEST
dag 22       za 25 mei 2019
Odrinhas – Nazaré      138 km

Na 138 km zijn we in Nazaré. 

Vanuit Odrinhas gaan we vanochtend vrolijk verder met het volgen van de N247. Deze weg voert door een wisselend landschap: nu eens door het binnenland met om de haverklap een klein dorpje, dan weer langs de kust met regelmatig badplaatsen. De Algarve wordt geprezen, maar het gebied rond Ericeira lijkt ons veel aantrekkelijker. 

Net voor Peniche worden we aangenaam verrast door een facetime-gesprek met onze kleinkinderen Floor en Luuk. 

Bij Peniche gaan we, over de IP6 en de N8, het binnenland in, richting Óbidos. Dat plaatsje heeft wel wat weg van Monsaraz: een plaatsje op een heuvel met flinke stadsmuren. Het is er echter veel drukker met toeristen in de smalle straatjes. Opvallend is het feit, dat zo’n klein plaatsje wel drie kerken heeft. In één daarvan, de Santa Maria, was juist het plaatselijke jeugdsymfonieorkest aan het repeteren. (Het is vermakelijk om te horen hoe de twee hoornspelers de twintig strijkers compleet inpakken, zowel qua volume als qua zuiverheid). Deze kerk heeft uitbundige azulejos tegen de zijwanden.

aquaduct van Óbidos
voordeur’ van Óbidos
straatje in Óbidos
de San Pedro in Óbidos
het altaar van de San Pedro
de Santa Maria in Óbidos
concert in de Santa Maria
Azulejos in de Santa Maria
straatje in Óbidos
straatje in Óbidos
gezicht op Óbidos 
de camping in Nazaré

Van Óbidos naar Nazaré is nog maar een klein stukje. We staan er op dezelfde camping als 32 jaar geleden: Orbitur Valado. We vinden er een prettige, schaduwrijke plaats. Deze plaats bevalt ons zó goed, dat we besluiten  om hier de gemiste rustdag van Lissabon in te halen.

Overigens, de opmerking die we gisteren maakten over “half Zuid-Korea” bij Cabo da Roca, moeten we corrigeren. Het blijken Japanners te zijn (we kwamen ze vandaag in Obidós weer tegen).

top

ZONDAG RUSTDAG
dag 23       zo 26 mei 2019
Nazaré      0 km

De camping bevalt ons zó goed, dat we besloten hebben om hier nog wat langer te blijven. We hevelen dus niet alleen de gemiste rustdag in Lissabon over, maar ook  de wasdag, die gepland was op de volgende camping. Dus vandaag hebben we een rustdag, maandag is wasdag, dinsdag bezoeken we Nazaré.

top

MAANDAG WASDAG EN B-DAG
dag 24      ma 27 mei 2019
Nazaré       0 km

maandag = wasdag

We wassen er  vandaag flink op los: 2 machinewassen en wat handwasjes. Het weer is ons niet al te gunstig gezind: het waait weliswaar flink (kracht 5-6) maar de zon is nagenoeg de hele dag verborgen achter dikke wolken, en op koude lucht (17-19°) droogt het toch niet zo hard als de spectaculaire wind (zie de foto) doet verwachten. 

Het is vandaag ook Beslissings-dag (B-dag, weliswaar 10 dagen eerder dan de echte D-day). Het plan wil, dat we op woensdag van hier, via Alcobaça en Fatima, naar een camping bij Tomar gaan. Daar zien we van af. We horen namelijk van camping-genoten dat de bewuste camping meer dan vol is (nog wel met Nederlanders, want de camping-eigenaren zijn Nederlanders; op de camping is het elke middag om 17:00 uur verplicht gezellig doen tijdens een borrel). Daarnaast, en dat is eigenlijk wel het belangrijkste argument, wordt het vanaf woensdag weer flink warm in Portugal, en de temperatuur in Tomar ligt minimaal 5° hoger dan hier in Nazaré, waar de zeewind nog voor enige verfrissing zorgt. Tot slot, we staan hier op een schaduwrijke plek en zo’n plek is in Tomar misschien niet te vinden. Ergo, we blijven nog 3 dagen langer hier en maken tijdens een van die dagen gewoon met de buzz een rondje over Alcobaça en Fatima. Misschien doen we op de terugweg nog even Batalha aan.

top

NOTENVROUWTJES IN NAZARÉ
dag 25      di 28 mei 2019
Nazaré      0 km

Geprezen zij de uitvinder van de e-bike. Wat een klimwerk is het, om in Nazaré te komen (en er weer uit), en wat een wind staat er hier vandaag. 

We fietsen eerst naar O Sitio (Nazaré-Noord of Hoog-Nazaré). Het is gezellig druk op het hoofdplein (Largo de Nossa Senhora da Nazaré). De notenvrouwtjes zijn er nog steeds. Het is vrij druk in de kapel van Onze Lieve Vrouw van Nazaré, waar, volgens de overlevering, ooit een vrij primitief beeld van Maria heeft gestaan, gesneden door Sint Jozef, haar echtgenoot, en beschilderd door Sint Lucas, een van de evangelisten. Nu staat er in de kelder van de kapel een replica van het beeld.

Largo de Nossa Senhora da Nazaré
Nossa Senhora da Nazaré
notenvrouwtje in Nazaré
in de kapel van Onze Lieve Vrouw van Nazaré
Maria-beeld in de kelder van de kapel

Vanaf de Miradouro do Suberco heb je een fraai uitzicht op Nazaré, met z’n baai en z’n haventje. Dat haventje was er in 1987 nog niet. Toen werden de vissersbootjes nog met ossen het strand op of het water in gesleept. 

De tocht naar het fort en de vuurtoren breken we halverwege af. Er staat zó veel wind, dat het niet verantwoord is om verder te gaan. Nazaré staat bekend om zijn megagolven (tot 30 m hoog), maar de omstandigheden zijn vandaag niet zo gunstig.

Nazaré met strand en haventje
soms zijn de golven hier 30 meter hoog

We dalen af naar laag-Nazaré (dat is flink knijpen in de remmen) en rijden door de de oude stad naar het strand. We zijn toch wel enigszins teleurgesteld, want Nazaré heeft vrij veel van zijn ooit zo pittoreske karakter ingeleverd. Was het ooit een bedrijvig vissersplaatsje, het is nu een badplaats met een boulevard vol met horeca. De smalle straatjes die haaks op het strand staan, zijn er nog wel.

de boulevard van Nazaré
de tandradbaan tussen Nazaré en O Sitio

top

KLOOSTER EN BEDEVAART
dag 26       wo 29 mei 2019
rondje Alcobaça en Fátima       115 km

We rijden allereerst naar het klooster van Alcobaça. Dat is heel simpel: bij de uitgang van de camping linksaf en einde weg rechts. 

Het klooster van Alcobaça is een typisch Cisterciënzer-klooster: heel groot en heel erg sober. Dat geldt ook voor de kloosterkerk: heel groot en heel erg sober. Als je bij binnenkomst een foto van het schip maakt, dan valt het koor haast niet meer te herkennen. Daarom hebben we halverwege de kerk in beide richtingen een foto genomen. Daarop wordt duidelijk: lang, hoog en licht. Een indrukwekkende kerk. Aangenaam ook, want het was buiten ongeveer 34° en binnen niet meer dan 18°. Het klooster zelf wordt momenteel gerestaureerd. Dat hebben we dus niet bekeken. (Dit blijkt een grote vergissing; daarom gaan we twee dagen later nog eens terug.)

het klooster van Alcobaça
het altaar van de kloosterkerk van Alcobaça
de kloosterkerk van Alcobaça richting altaar
de kloosterkerk van Alcobaça richting uitgang

Van Alcobaça rijden we door naar Fátima (IC9-IC2-IC9). We waren hier in 1987 al eens, en willen het heiligdom nog een keer “meemaken”. Er zijn opvallend veel Duitse bezoekers. Waarschijnlijk wordt daarom de mis in het Duits gelezen. Er zijn ook enige klassieke bedevaartgangers, die in de brandende zon, op de knieën, het immense plein oversteken om te eindigen met een rondje rond de kapel van de verschijningen. We zijn wel enigszins onder de indruk van de devotie in het heiligdom.

het immense plein van Fátima
een klassieke bedevaartganger
de kapel van de verschijningen in Fátima
de basiliek van Fátima
de basiliek van Fátima

top

ZELFS PORTUGEZEN PUFFEN
dag 27       do 30 mei 2019
Nazaré       0 km

Het is vandaag een kwestie van rustig blijven en stil zitten. De 35° voelen erg warm aan. Zelfs de Portugezen klagen over de hitte: veel te warm voor de tijd van het jaar. We wachten tot 17:30 met het doen van boodschappen. 

De planning is weer een beetje veranderd. We waren van plan om op bezoek te gaan bij een oud-Avanscollega van Ted. Zijn vrouw, Paula, is een Portugese. Toon en Paula wonen in Eindhoven maar ze hebben ook een huis halverwege Tomar en Coimbra. Bij zijn afscheid van Avans vroeg Toon om lege wijnflessen. Die zou hij vullen met de wijn uit eigen gaard. Pas later werd duidelijk, dat we die fles dan wel zelf moesten komen ophalen. Dat ophalen was het informele doel van deze reis. We zouden hen zaterdag bezoeken, maar dat bleek niet zo’n geschikte dag. Daarom gaan we zondag op bezoek.

top

KLOOSTER EN KLOOSTER
dag 28       vr 31 mei 2019
rondje Alcobaça en Batalha       70 km

Eergisteren adviseerde men ons om niet het klooster van Alcobaça te bezoeken, want het werd gerestaureerd. Een campinggenoot wist ons echter te vertellen, dat er nog genoeg van het klooster resteert dat de moeite van het bekijken waard was. Als we dan toch naar Alcobaça zouden gaan, hij wist daar een restaurantje waar je voor een habbekrats (€8,00) een smakelijke Portugese maaltijd kon eten. Ook de opmerking van Ria over de afzuigkappen, maakte ons nieuwsgierig. 

We gaan dus weer naar Alcobaça  (over de N8-5) en bezoeken het klooster. Heel bijzonder, zoals daar destijds ruim 300 monniken hebben gewoond. De refter waar werd gegeten en geluisterd naar lezingen, het dormitorium waar alle monniken sliepen, de keuken die was afgestemd op het aantal monniken dat in het klooster woonde, met gigantische “afzuigkappen” die plaats boden voor het roosteren van het aantal ossen dat nodig was om alle monniken tegelijkertijd hun maaltijd voor te kunnen zetten. De keuken is een toppunt van toenmalige hygiène, want het water van de nabije rivier werd via bassins in de keuken geleid, zodat voedsel en handen konden worden gereinigd. In de refter is een smal deurtje. Als je daar als monnik niet meer door kon, dan had je je blijkbaar niet aan de soberheidsregels van de orde gehouden, en moest je vasten tot je weer door het deurtje kon. En dit alles: sober en groot (behalve natuurlijk het deurtje).

Alcobaça: azelujos in de kloosterhal
Alcobaça: kloostergang
Alcobaça: kloostertuin
Alcobaça: de afzuigkap torent boven het klooster uit
Alcobaça: het dormitorium
Alcobaça: de refter
Alcobaça: het smalle deurtje
Alcobaça: afzuigkappen in de keuken
Alcobaça: afzuigkappen in de keuken
Alcobaça: waterbassins in de keuken
Alcobaça: de kloosterkerk in zijn volle lengte
Alcobaça: prima gegeten bij Portas de Fora

Het restaurantje (Portas de Fora) was meer dan de moeite waard.

We rijden naar Batalha via de IC9 en de IC2. Is het klooster in Alcobaça behoorlijk sober, dat van Batalha is bijzonder flamboyant, behalve het laatst gebouwde deel, dat laat zien dat de religieuze bouwstijl tegen het einde van de 15e eeuw de uitbundige pracht en praal heeft ingeruild voor eenvoud en soberheid. De rondgang in het klooster van Batalha is veel minder openhartig dan in Alcobaça. In Batalha loop je vooral door de gangen van het klooster. Alleen de ruimte met het graf van de onbekende soldaat uit de grote oorlog (14-18) is specifiek te noemen, maar natuurlijk niet kenmerkend voor een middeleeuws klooster. 

De kloosterkerk van Batalha is iets kleiner dan die van Alcobaça, maar veel rijker versierd – Manuelijns, een overgang van gotiek naar barok – met prachtig glas-in-lood. Het is duidelijk te zien, dat het complex niet is gebouwd door een religieuze orde, want dan zou het veel eenvoudiger zijn geweest. Het is gebouwd in opdracht van de Portugese koning (de vader van Hendrik de Zeevaarder). Alle familieleden (dus ook genoemde Hendrik) hebben een rijk versierde graftombe. De oudste tombes staan in de Stichterskapel, de latere tombes staan in een merkwaardige onvoltooide kapel, die aan de koorzijde aan de kerk is vastgeplakt. Onvoltooid, want aan de bouw van het dak is men niet meer toegekomen.

Batalha: de kloosterkerk
Batalha: de kloosterkerk
Batalha: de kloosterkerk
Batalha: de kloosterkerk
Batalha: kloostergang
Batalha: het ingetogen nieuwste gedeelte
Batalha: de onvoltooide kapel
Batalha: de onvoltooide kapel

Op de terugweg nemen we, aan de rotonde bij Porto de Mós, per abuis de N8 i.p.v. de IC2. We rijden dus maar binnendoor, over Alcobaça, weer terug naar de camping.

top

LUIEREN IN NAZARÉ
dag 29       za 1 juni 2019
Nazaré       0 km

uitzicht op de camping in Nazaré

Op deze camping is het goed vertoeven. We hebben een plaatsje met een prima uitzicht op de “invalswegen”. Er valt dus regelmatig iets te beleven. Zo kom je goed de dag door. 

Aan het eind van de middag fietsen we nog eens naar de supermarkt om het avondmaal bij elkaar te sprokkelen. Daarbij raken we in gesprek met een Portugese mevrouw die van haar 9e tot haar 30e in Duitsland heeft gewoond, en die er zichtbaar van geniet om weer eens Duits te kunnen praten. Vergeleken met de Spanjaarden zijn de Portugezen zonder meer talenwonders. 

Morgen, na 8 overnachtingen op één camping (niet zo gebruikelijk voor camperaars) gaan we weer verder.

top

OP BEZOEK
dag 30       zo 2 juni 2019
Nazaré – Vendas de Maria       136 km

Dit is de dertigste dag van onze reis. We beginnen vandaag dus aan de tweede helft van de reis.

We rijden allereerst naar Tomar. De vorige keer hebben we het stadje al bekeken, incl. het voormalige Tempeliersklooster/kasteel Convento de Cristo. We gaan deze keer naar het aquaduct van Pegões, dat gebouwd is om het Convento de Cristo, gelegen op een heuvel, van water te voorzien. Het is dus een middeleeuws aquaduct, maar het doet in niets onder voor de beroemde Romeinse aquaducten zoals b.v. de Pont du Gare bij Nîmes.

het aquaduct van Pegões
het aquaduct van Pegões
het aquaduct van Pegões
lunch op de camperplaats van Tomar

We rijden Tomar in, om te lunchen op de plaatselijke camperplaats (de voormalige stadscamping).

Na de lunch rijden we door naar Vendas de Maria, een groepje huizen aan de N110 tussen Tomar en Coimbra. Daar staat het Portugese huis van Toon van de Kerkhof en zijn Portugese vrouw Paula (Paula is in Vendas de Maria geboren en opgegroeid). Toon is een oud-collega van Ted. We worden zeer hartelijk ontvangen, stellen de camper op in een van de wijngaarden, naast het huis van de vader van Paula, maken een rondje over het terrein, krijgen een cursus wijnbouw, zitten gezellig te borrelen  en genieten een voortreffelijke originele Portugese maaltijd (arroz de pato, grelos en meloen), rijkelijk vergezeld van prima Portugese wijnen.

top

ANDERS DAN VERWACHT
dag 31       ma 3 juni 2019
Vendas de Maria – Coimbra       58 km

op de camping van Coimbra

Na koffie met Portugese cake nemen we afscheid van Toon en Paula. De fles wijn zal moeten wachten: de oogst van 2018 was een mislukking, de oogst van 2017 ligt in Nederland. 

Ruim voor lunchtijd zijn we in Coimbra (we volgen de IC3 over Condeixa-a-Nova). De oude stad ziet er van een afstand veelbelovend uit. We rijden naar de plaatselijke gemeentecamping en gaan vandaar met de bus naar het centrum. De wijken rond het oude centrum zijn niet indrukwekkend. Er is veel verkeer met veel herrie. De smalle straatjes van de oude stad zijn rommelig en druk. De oude universiteit oogt streng maar saai. De toegang tot de bibliotheek is uitverkocht. De nieuwere gebouwen van de universiteit zijn vrij eentonig van karakter. De nieuwe kathedraal is er een van 12 in een dozijn. Waarom is de ANWB dan zo enthousiast over Coimbra? Op de routekaart is het immers oranje-gekleurd, dus van grote toeristische waarde. En van een afstand ziet de oude stad er uitnodigend uit. De hoge verwachtingen zijn niet waargemaakt. 

Zijn er dan geen vrolijke geluiden? Toch wel. De rit met het elektrische busje naar boven, door die drukke smalle straatjes, is als een heuse kermisattractie. De oude kathedraal en het naastgelegen klooster zijn streng gotisch en daarmee indrukwekkend.

de oude kathedraal van Coimbra
de oude kathedraal van Coimbra
de oude kathedraal van Coimbra
de oude kathedraal van Coimbra
kloostergang
kloostertuin
onderweg naar de universiteit
Coimbra, gezien vanaf de Pte. de Santa Clara

top

DE RUITENWISSERS STAAN AAN
dag 32       di 4 juni 2019
Coimbra – Casfreires       135 km

s-middags klaart het op, dus gaat de luifel uit

Het hele stuk van Coimbra naar Viseu (IP3) hebben de ruitenwissers het druk. In Viseu zwaaien we naar de kathedraal (we waren hier de vorige keer ook al eens) en nemen we de N229 naar Sátão. Daar in de buurt, in het plaatsje Casfreires, staan we op camping Quinta Chave Grande. Lydia, de eigenaresse, is een Portugese die verrassend goed Nederlands spreekt. Dat komt, omdat ze bij de vorige eigenaar, een Nederlander, in dienst is geweest. 

Morgen houden we hier een rustdag. De camping leent zich daar zeker toe.

top

DAT SCHEELT EEN JAS
dag 33       wo 5 juni 2019
Casfreires       0 km

meteorologische dip, dus de luifel kan weer dicht

Was het in Coimbra nog in de 30°, we zitten inmiddels in een meteorologische dip. Het is vandaag 14°. Gisterenavond hebben we de ventilator ingeruild voor het keramische kacheltje. Dat springt, met de thermostaat op 20°, geregeld aan. 

We overwegen om naar het winkeltje in Lamas de Ferreira te fietsen, maar de luierbui is sterker: we doen vandaag maar weer een greep in de blikken noodvoorraad.

top

AAN DE DOURO
dag 34       do 6 juni 2019
Casfreires – Lamego       118 km

op de camping van Lamego

We staan, na een rit van 118 km, op een kleine camping in Lamego. Eigenlijk is het een luxe camperplaats.

Het weerbericht heeft gisteren beloofd, dat het vandaag voortdurend regent. De camping bij Casfreires is weliswaar uitstekend geoutilleerd, maar op de een of andere manier staan we niet te trappelen om er nog een tweede dag te blijven. 

Vanochtend blijkt het weer best wel mee te vallen, dus we vertrekken op tijd. Mocht het weer in de loop van de dag erg vervelend worden, dan is er onderweg vast wel een plekje voor een overnachting te vinden. Welnu, pas nadat we ons laat in de middag installeren op de camping van Lamego, begint het te gieten. 

We rijden van de camping in Casfreires een stukje terug tot aan de M581. Die volgen we in noordoostelijke richting tot aan de N226. Daar rijden we richting Moimenta de Beira, waar we de N323 richting Pinhão opdraaien. Deze weg gaat door een serra waarvan we de naam niet weten, maar het is er prachtig: flinke hellingen, diepe kloven, kleine dorpjes, zowel hoog tegen de helling als diep in de kloof. Uiteindelijk dalen we langs de oever van de Rio Távora af naar de Douro. Het is duidelijk waarneembaar, dat we de Douro naderen: steeds vaker zien we wijngaarden.

op de N323
op de N323
langs de Rio Távora

We volgen de Douro nog een stukje stroomopwaarts, tot aan Pinhão. Dat is momenteel de eindhalte van de Douro-spoorlijn (welke helaas met sluiting wordt bedreigd). Er is, jammer genoeg, geen enkel spoor te bekennen van activiteit op het stationnetje, zodat we ons tevreden moeten stellen met het bekijken van de buitenkant van het stationsgebouw: het is, zowel aan de straat- als aan de spoorzijde, versierd met prachtige azulejos (tegeltableaus).

het stationnetje van Pinhão
azulejo op het stationnetje van Pinhão
veel wijnbouw langs de Douro

Dit deel van de Douro heeft redelijk flauw hellende oevers. Dat nodigt uit tot wijnbouw.

nog 20 meter omhoog te gaan

Van Pinhāo rijden we stroomafwaarts. We stoppen nog even om de Barragem (stuwdam) da Regua te bekijken. Door deze dam ontstaat een hoogteverschil van maximaal 28,5 m. Omdat de Douro bevaarbaar moet zijn, is er ook een sluis aanwezig. Deze sluis overbrugt het hoogteverschil met één sluiskolk. We hebben nog nooit zo’n diepe kolk gezien.

We stoppen in Lamego, omdat het een van de oudste plaatsen van Portugal is, met verschillende bezienswaardigheden. Zo is daar een bijzonder fraaie kerk: het Santuario de Nossa Senhora dos Remédios, dat met een trappenwerk van 686 treden boven het stadje uittorent (en, naar men hier beweert, gemakkelijk kan wedijveren met de veel bekendere Bom Jesus do Monte bij Braga; we zullen het zien). 

Het plan is, om er vanmiddag nog naar toe te lopen, maar de regen gooit  roet in het eten. Waarschijnlijk gaan we morgenvroeg.

top

EEN TRAP MET 686 TREDEN
dag 35       vr 7 juni 2019
Lamego       0 km

uitzicht vanaf de camping

Er zijn twee redenen om nog een dagje in Lamego te blijven: 
1. het is iets te veel sjouwwerk om in de ochtend snel even Lamego te doen om daarna via de Douro-route naar Porto te jakkeren, 
2. nu het Nederlands voetbalelftal van Engeland heeft gewonnen, en daardoor op zondag in Porto de finale speelt van de Nations Cup, lijkt het ons wel iets hebben om op zondag de sfeer in Porto te proeven (ipv op de geplande zaterdag); Ted heeft zijn oranje bretels bij zich, en we zijn aan het brainstormen, wat we kunnen doen met vier oranje kussenslopen. 

We lopen vanochtend naar het Santuário de Nossa Senhora dos Remédios. Dat is betrekkelijk dicht bij de achteruitgang van de camping (pakweg 700 meter) en min of meer op dezelfde hoogte. 

De kerk is barok. Er is behoorlijk wat met bladgoud gestrooid, vooral bij het monumentale altaarstuk, en er zijn enige fraaie azulejos langs de wanden. Centraal in het altaarstuk bevindt zich de Senhora die door menig bedevaartganger wordt aangeroepen ter verlichting van de noden (vandaar de naam van de kerk). 

De trap van het Santuário naar het stadje is 
1. met 686 treden indrukwekkend lang, zowel omlaag als omhoog, 
2. op de bordessen of patio’s onderweg voorzien van fonteinen, obelisken, standbeelden en prachtige, grote azulejos met bijbelse voorstellingen.

het Santuário van opzij
het Santuário gezien vanaf de bovenste patio
het Santuário
het Santuário
het Santuário
de sacristie van het Santuário
halverwege de trap
halverwege de trap
azulejo
azulejo
de volledige trap, gezien vanuit Lamego

Als je in het stadje de bedrijvige centrale weg afloopt, dan kom je eerst bij de Capela Esperito Santo. 

Capela Esperito Santo
Capela Esperito Santo

Loop je verder, dan kom je vanzelf bij de kathedraal van Lamego. De bouw is begonnen in 1129. De klokkentoren vertoont nog duidelijke romaanse kenmerken, maar de gevel is in de loop der tijd gotisch geworden. Je denkt in een gotische kathedraal binnen te komen, maar het huidige interieur is uitgesproken barok en rococo: veel bladgoud en rijkelijk voorzien van schilderingen (gemaakt door de schilder die ook verantwoordelijk is voor de azulejos van de trap).

de kathedraal van Lamego
de kathedraal van Lamego
de kathedraal van Lamego

top

STROOMAFWAARTS
dag 36       za 8 juni 2019
Lamego – Vila Nova de Gaia       139 km

Na een rit van 139 km staan we op camping Salgueiros in Vila Nova de Gaia. Gaia ligt tegenover Porto aan de Douro. Gaia heeft ruim 300.00 inwoners, en is daarmee toch een stukje groter dan Porto. Toch wordt Gaia gezien als een voorstad van Porto. 

Eergisteren hebben we kennisgemaakt met de Douro tussen Pinhão en Régua. Op dat stuk heeft het Dourodal hoge, niet al te steile hellingen, zodat er veel plaats is voor wijnbouw. Westelijk van Régua zijn de hellingen lager en steiler, zodat het aandeel wijnbouw behoorlijk zakt. Westelijk van Resende is het nagenoeg gedaan met de wijnbouw langs de rivier. Op sommige delen zijn de oevers bijna loodrecht. 

We volgen vanaf Régua de N222. Deze loopt aan de zuidzijde van de Douro, vrijwel steeds hoog boven de rivier. Regelmatig heb je een schitterend uitzicht op de rivier, maar slechts zelden is er de gelegenheid om een foto te nemen. 

Bij Ribadouro steken we over naar de noordelijke oever van de Douro. Vlak daarvoor zien we trouwens aan de overkant een trein op de Douro-lijn rijden. 

Voorbij Ribadouro volgen we de N108. Deze weg brengt je uiteindelijk in de buurt van Porto.

de Douro tussen Régua en Resende
de Douro tussen Régua en Resende
nogal intensief bewoond
daar rijdt een trein langs de Douro
en hier stopt die trein op een stationnetje
de Douro tussen Resende en Ribadouro

top

WAT IS HET GEZELLIG
dag 37       zo 9 juni 2019
Vila Nova de Gaia      0 km

Volgens sommige campinggenoten kunnen we het best met de lijnbus naar Porto gaan. Andere mensen op de camping vinden de fietstocht naar Porto, langs de kust en vervolgens langs de Douro, prima, maar eenmaal in Porto doe je er verstandig aan om de fiets aan een lantaarnpaal vast te maken en lopend het centrum te bezoeken. Het centrum is immers vrij klein, maar de hoogteverschillen daarentegen erg groot.

Wij lappen beide adviezen gevoeglijk aan onze laars:
1. er is hier een prima fietspad langs het water naar Porto; geen lijnbus voor ons vandaag,
2. we willen verder dan alleen het centrum; dat is te ver om te lopen; geen fietsen aan een lantaarnpaal dus,
3. we menen met onze fietsen de “gevreesde” hellingen wel de baas te kunnen; zijn we immers niet ooit fietsend de steile weg naar Schloss Neuenschwanstein omhoog gegaan. 

De fietstocht langs het water (pakweg 10 km) is aanvankelijk heel erg comfortabel: een vrijliggende fietsroute van roodgekleurd asfalt. Na 5 km is het asfalt echter op, en moeten we over kinderkopjes gewoon over de weg rijden. Dat gaat echter goed. 

Onderweg rijden we door Afurada, ooit een klein vissersdorpje, nu een van de belangrijkste uitgaanswijken van Gaia. Nergens, zo wordt gezegd, eet je de vis zo lekker als hier. Vlak voor de bekende Luiz I brug ligt de wijk waar alle bekende Porthuizen zijn gevestigd. We zien o.a. Sandeman en Offley.

de Luiz I brug
zicht op de oude stad
de Luiz I brug van dichtbij
de oude stad, gezien vanuit Gaia
de oude stad, gezien vanuit Gaia

We steken de rivier over via de onderste verdieping van de Luiz I brug. Als fietser ben je sneller aan de overkant dan als automobilist, want je kunt de file op de brug (zebrapad aan het einde) gewoon links inhalen; de tegenliggers gaan wel opzij. Aan de Porto-kant gaan we linksaf, over de promenade bij het oude centrum (Ribeira). Heel gezellig, al die terrasjes, al die mensen (vooral Portugezen die de zondag vierden), al die gekleurde huizen aan de rivier. Aan het einde van de promenade beginnen we aan de hellingproef: gewoon een klein verzet kiezen met maximale ondersteuning, lekker midden op de weg rijden, zodat auto’s niet kunnen passeren.

Ribeira
de hellingproef

Aan het eind van de klim komen we op de Av. dos Aliados, een van de grotere pleinen in het centrum. Daar staat een aantal grote tv-schermen, want de troostfinale en de finale van de Nations Cup worden vandaag gespeeld. Plotseling komen alle Engelse supporters in beweging, want de politie vindt het blijkbaar beter dat zij op een andere plek naar hun wedstrijd gaan kijken. Het is best wel onheilspellend, die Engelse horde die ineens in onze richting loopt.

veel Engelse supporters bij de Mac
plotseling komen de Engelsen in beweging

We fietsen  verder naar het park waar de oranje-fanzone is ingericht. Het is er nog niet zo druk, maar het is misschien ook nog een beetje vroeg.

het is (nog) betrekkelijk rustig in de oranje-fanzone
het is (nog) betrekkelijk rustig in de oranje-fanzone

We fietsen terug naar het centrum, bekijken de kathedraal (van buiten), en gaan over de bovenste verdieping van de Luiz I brug weer naar Gaia. Opvallend is, dat die verdieping wordt gedeeld door de metro/sneltram en vele voetgangers. 

de Torre dos Clérigos rijst boven alles uit
de kathedraal van Porto
de bovenste verdieping van de Luiz I brug
vanaf de brug: Gaia, het centrum van de port-productie
vanaf de brug: de Douro stroomopwaarts
vanaf de brug: het Mosteiro da Serra do Pilar

Eenmaal in Gaia dalen we weer af naar de Douro, waar we temidden van de beroemde Porthuizen een terrasje opzoeken. Daar zitten we geruime tijd naar het passerende publiek te kijken.

top

EN NOG EEN FLINKE TRAP
dag 38      ma 10 juni 2019
Vila Nova de Gaia – Braga       102 km

Na een rit van 102 km staan we op de gemeentecamping van Braga. 

Vanochtend steken we via de Ponte da Arrábida (A1) de Douro over. Na een klein stukje A20 draaien we de N14 op. Bij Trofa slaan we rechtsaf, de N104 op. Aan het einde van deze weg nemen we de N105 naar Guimarāes. In die plaats bezoeken we het kasteel. Al rond 950 werd aan de bouw van het kasteel begonnen. Het is in de loop van de tijd regelmatig aangepast. Momenteel bestaat het uit een flinke donjon met een imposante kasteelmuur. Goed te zien is, dat het kasteel ooit een woonfunctie heeft gehad, want in een van de kasteelmuren zitten vensters. Er hangt ook een schouw aan die muur.

het kasteel van Guimarães
het kasteel van Guimarães
donjon van het kasteel van Guimarães
het kasteel van Guimarães

Vanaf Guimarāes rijden we via de N101 richting Braga. Bij Caldelas beginnen we aan een binnendoortje naar Bom Jesus (M585 en N390). We parkeren de buzz beneden, vlak bij de Elevador: twee wagentjes op rails, onderling verbonden met een kabel. Het bovenste wagentje wordt gevuld met water, waardoor het zwaarder is dan het onderste wagentje. Als de remmen worden gelost, daalt het zwaardere bovenste wagentje en trekt daarmee het lichtere onderste wagentje omhoog. Is het zwaardere wagentje beneden aangekomen, dan wordt het water automatisch geloosd. Tegelijkertijd wordt het nieuwe bovenste wagentje gevuld met water, zodat de rollen zijn omgedraaid. 

Bom Jesus heeft overeenkomsten met het Santuário van Lamego: een barokke kerk boven aan een flinke barokke trappartij. Er zijn ook verschillen. Bom Jesus is beter onderhouden dan Lamego. De kerk van Bom Jesus is groter en rijker versierd. De barokke trap van Lamego is een stuk groter. De totale klauterpartij is bij Bom Jesus echter weer flink wat groter, want er liggen ook veel eenvoudige traptreden verborgen in het bos. De relatie met de omgeving is intenser in Lamego: Bom Jesus ligt tussen de bomen, het Santuárium van Lamego is onderdeel van de stad. Lamego kent geen waterballastbaan. Tot slot: Bom Jesus is veel toeristischer, met winkeltjes en terrasjes rond de kerk, Lamego is veel ingetogener. 

Wij laten dit keer de trappen voor wat zij zijn en nemen een retourtje voor de elevador. De klassieke opname “de trappen van onderaf” is  dus niet zelfgemaakt.

de elevador van Bom Jesus
Bom Jesus
Bom Jesus
Bom Jesus: de trap van bovenaf gezien
Bom Jesus: de trap van onderaf gezien

top

LIEVER FIETSEN OP DE STOEP
dag 39       di 11 juni 2019
Braga      0 km

Na Salamanca en Porto is Braga een goede derde als het gaat om de sfeer in de stad. Het is duidelijk merkbaar een studentenstad. 

Wat het fietsen betreft, de stad is zó druk, dat je als fietser alleen maar veilig bent op het trottoir. Nu zijn er niet zo veel fietsers, dus het is niet echt storend en wordt dus geaccepteerd. We komen verschillende politieagenten tegen, maar die grijpen niet in (ze hebben wel belangstelling voor onze fietsen). 

We beginnen op de Avenida Central en rijden vanaf daar het oude centrum in.

convento aan de Avenida Central
Avenida Central
Avenida Central
Jardim de Santa Bárbara
een pleintje in Braga
een pleintje in Braga
een pleintje in Braga

De kathedraal van Braga is heel bijzonder. De bouw is gestart in 1070. Van het oorspronkelijk romaanse gebouw zijn nog maar een paar elementen overgebleven. Aan de buitenkant vallen de barokke kroonvormige torenspitsen op. Binnen is het vooral goed te zien, dat de kathedraal in de loop van de tijd sterk is veranderd. Het meest opvallende is wel het enorme barokke orgel. We bekijken dat graag van dichtbij, maar er zijn op dat moment geen gidsen beschikbaar.

de kathedraal van Braga
de kathedraal van Braga
de kathedraal van Braga
het enorme orgel in de kathedraal van Braga

Een andere belangrijke plaats wordt ingenomen door de oude universiteit. Verspreid over de stad vind je verschillende paleizen. 

de universiteit van Braga
een stadspaleis in Braga
een stadspaleis in Braga

De topper is echter de gezellige sfeer die overal in het centrum, op de pleintjes en in de straatjes, heerst.

top

TOLWEG MET GATEN EN KUILEN
dag 40      wo 12 juni 2019
Braga – Âncora       172 km

zicht op Peneda-Gerês

Na een rit van 171 km staan we op camping Vila Praia de Ancona in Âncora. 

In Braga nemen we de N103 richting Chaves. Ter hoogte van Vieira do Minho slaan we af naar de N304. Na het stuwmeer in de Rio Cavado rijden we via N308-1 het nationale park Peneda-Gerês binnen. Het park ligt zowel in Spanje als in Portugal. Je vindt er vrij hoge toppen, diepe kloven, watervallen, warmwaterbronnen. Delen zijn bijzonder dichtbebost, dan weer rijdt je tussen kale, stenige hellingen.

Tot aan Gerês is de weg uitstekend. Daarna komen vele haarspeldbochten die allemaal met spekgladde kinderkopjes zijn bestraat. Hier moet je tijdig terugschakelen naar de eerste versnelling en kalm de bocht nemen.

Als we alle haarspeldbochten hebben gehad, worden we verrast door een paar petten die tol willen incasseren voor het gebruik van het bovenste deel van de weg door het park. Als tegenprestatie voor het betalen van de tol wordt de weg dramatisch: behoorlijk smal, en vol met gaten en kuilen. Gelukkig komen we alleen maar bescheiden personenwagens tegen, en geen dikke campers, want dan hebben we een dik probleem. Bij de Portugees-Spaanse grens is het over met de spanning. Het Spaanse deel van de weg is nagenoeg perfect. In Lobios gaan we linksaf, richting Portugal, langs de Rio Lima.

de tolweg door het nationale park
stenige hellingen
langs de Rio Lima

Bij Lindoso stoppen we even om te kijken naar een oude vesting en naar de voor deze streek kenmerkende voorraadschuurtjes (door de grote platte stenen tussen de poten en de bergruimte is de voorraad onbereikbaar voor ongedierte).

Vanaf Ponte de Lima rijden we over de IC28, A27 en A28 naar de camping.

top

GREEP IN DE NOODVOORRAAD
dag 41      do 13 juni 2019
Âncora      0 km

op de camping in Âncora

Het is weer eens tijd om een poetsdag te houden. We doen een paar handwasjes  en verschonen maar weer eens het beddengoed. We besluiten om daarnaast niets te doen, dus ook geen boodschappen. Daarom nemen we knäckebröd uit de noodvoorraad bij de lunch en eten we vanavond “blik uit de noodvoorraad”.

top

FIETSPAD LANGS DE ZEE
dag 42       vr 14 juni 2019
Âncora       0 km

We fietsen vandaag naar Caminha, dat, zoals de naam al doet vermoeden, aan een van de bedevaartroutes naar Santiago de Compostella ligt. 

Vanaf de camping rijden we langs het riviertje de Rio Âncora naar Vila Praia de Âncora. Daar begint een fraaie fietsroute langs de zee en, aan het einde, langs de Rio Minho (de grensrivier tussen Spanje en Portugal), naar Caminha. Onderweg komen we verschillende Santiago-lopers tegen. 

Caminha is een klein plaatsje met een gezellig plein. Daar leggen we even aan, alvorens we via dezelfde route weer terugfietsen.

de monding van de Rio Âncora
Vila Praia de Âncora
het fort van Vila Praia de Âncora
het fietspad naar Caminha
fietsen dicht langs het water
de monding van de Rio Minho
de overkant is Spaans
zicht op Caminha
gezellig plein in Caminha
gezellig plein in Caminha
wind tegen op de terugweg
zij zijn onderweg naar Santiago de Compostela

top

NAAR SINT-JACOB
dag 43       za 15 juni 2019
Âncora – Santiago de Compostela 158 km

hutje mutje in Santiago de Compostela

Vandaag is een verplaatsingsdag. Na een rit van 158 km staan we op camping As Cancelas in Santiago de Compostella. Je kunt merken dat het de enige camping is in de wijde omgeving: de plaatsen zijn heel erg klein (caravanners kunnen er wél hun caravan kwijt, maar niet hun auto) en de prijzen zijn relatief hoog. 

Voor de spoorzoekers: 
We rijden over de N13 en de A3 richting Valenca, daar gaan we de Rio Minho en de grens over. Verder gaat het over de A-55. Bij O Porriño slaan we af naar de N-550, die ons tot aan Santiago bengt. 

Nog een feitje: vandaag heeft de buzz de 50.000 km overschreden. Daarvan neemt deze reis er 4691 voor zijn rekening.

top

NAAR HET WIERROOKVAT
dag 44       zo 16 juni 2019
Santiago de Compostela      0 km

We fietsen vandaag naar Santiago de Compostella. Het historische centrum is betrekkelijk klein. Als je een rondje om de kathedraal maakt, dan heb je alle bezienswaardigheden gehad. 

Op het plein voor de kathedraal zie je doorgaans vooral de Santiago-lopers binnenkomen. (Zouden het echt allemaal bedevaartgangers zijn?) Vandaag is dat toch wel een beetje anders. Het plein staat vol met de voertuigen van de Spaanse Seat 124-club. Ook zijn er behoorlijk veel wielrenners op het plein. De wandelaars zijn dus flink in de minderheid.

de universiteit van Santiago
het stadhuis van Santiago
de Parador (herberg) van Santiago
zij heeft het (blijkbaar) gehaald
en zij waarschijnlijk ook

De kathedraal is indrukwekkend, maar staat van binnen bijna helemaal in de steigers. Zelfs het beroemde gouden wierookvat, dat op feestdagen aan een stevig touw door het schip van de kathedraal wordt gezwierd, staat op een steigerpijpenplatform.

zijkant van de kathedraal van Santiago
voorgevel van de kathedraal van Santiago
de kathedraal staat behoorlijk in de steigers
dat geldt ook voor het beroemde wierookvat

top

DOORLOPEN NAAR DE KAAP
dag 45    ma 17 juni 2019
Santiago de Comp. – A Coruña  242 km

Na een rit van 242 km staan we op camping Los Manzanos, iets ten noorden van A Coruña. 

Het is een rit door een fraai landschap en langs een fraaie kust, maar het weer gooit flink wat roet in het eten. Het is zwaarbewolkt en boven water is het behoorlijk nevelig. Het is dus niet mogelijk om duidelijke foto’s te maken. 

Vanuit Santiago rijden we over de AG-56 en CG-1.5 naar Noia. Daar slaan we af naar de AC-550 en rijden over Muros naar Cee. Daar slaan we linksaf naar Cabo Finisterre. 

Verschillende Santiago-lopers lopen door naar Cabo Finisterre. Dat is voor hen het echte eindpunt van de tocht. Het gebruik wil, dat op de kaap de schoenen worden verbrand. 

Onderweg naar de kaap komen we verschillende wandelaars tegen. We zien er ook een paar op de kaap arriveren. Er worden geen schoenen verbrand, maar aan verschillende zwartgeblakerde plekken op de kaap is echter duidelijk te zien, dat er onlangs nog schoenen zijn aangestoken.

de kust bij Muros
de kust bij Cabo Finisterre
Cabo Finisterre
Cabo Finisterre
Cabo Finisterre
hier is gestookt
dit beeld zie je overal
zij waren ook hier
deze moeten nog worden verstookt

We gaan noordwaarts over de AC-552. Bij A Laracha nemen we een binnenweggetje naar de AC -523. In de buurt van A Coruña steken we via de AC-14 en de AC-11 het water over, waarna we in het voorstadje Oleiros de camping oprijden.

top

HOOFD BOVEN DE WOLKEN
dag 46     di 18 juni 2019    
A Coruña – San Cosme de Barreiros 

Cedeira

Na een rit van 209 km staan we op Camping a Gaivota in San Cosmo de Barreiros, iets westelijk van Ribadeo. 

Het weerbericht voorspelt voor de hele dag regen. Dat is eigenlijk wel jammer, want we rijden een landschappelijk erg mooie route. Aanvankelijk lijkt het weerbericht gelijk te hebben. Het hele stuk van A Coruña, via Ferrol, naar Cedeira is een vrij trieste rit. Tijdens een kleine pauze in Cedeira (wat doen we, rijden we rechtstreeks naar Ortigueira, of maken we een omweg over de DP-2205?) klaart het weer behoorlijk op. We besluiten de landschappelijk bijzonder mooie Ruta dos Miradoiros de Cariño te rijden.

Het eerste deel, van Cedeira naar San Andrés de Teixido is behoorlijk smal en heeft geen uitwijkhavens, wat lastig is bij brede tegenliggers. Gelukkig komen we al snel achter een touringcar te rijden, die als breekijzer fungeert. Dat komt goed van pas, vooral, als we een betonmixer tegenkomen. 

De stop in San Andrés, een bedevaartplaatsje, gaat niet door, omdat alle parkeerplaatsen bezet zijn. We kunnen de buzz nergens kwijt. We gaan dus maar verder met het tweede deel, dit keer mét uitwijkhavens. Dat rijdt een heel stuk geruster. Onderweg stoppen we bij verschillende miradoiros (uitzichtpunten). Regelmatig kijken we op laaghangende wolken. Op het hoogste punt van de route groeit alleen nog maar gras. 

ons breekijzer
uitzicht vanaf een van de miradoires
pas op voor loslopende koeien
op het hoogste punt
uitzicht vanaf het hoogste punt
Porto do Barquiero

Voorbij Cariño bezoeken we nog een aantal vissersplaatsjes. Vooral Porto do Barquiero ligt er mooi bij.

de kust bij Barreiros

Het laatste stuk van de rit gaat in de regen door een gebied met relatief veel bebouwing. dus met veel rotondes en verkeersdrempels. We zijn nu in een deel met een minder spectaculaire kust.

top

VAN GALICIË NAAR ASTURIË
dag 47    wo 19 juni 2019
San Cosme de Barreiros – Ribadesella

Na een rit van 239 km staan we op camping Ribadesella in de gelijknamige plaats. Het is een verplaatsingsdag, maar wel een met een paar mooie hoogtepunten. 

In het deel van Spanje, waar we gisteren zijn aangekomen, is de kust niet zo spectaculair. De kuststrook is vrij vlak. De heuvels liggen een paar kilometer landinwaarts. De oude hoofdweg langs de kust loopt met regelmaat door dorpjes en stadjes. Daarom rijden we over de autosnelweg (de A8). 

We doen onderweg een paar leuke havenstadjes aan. Zo is Luarca fraai gelegen in een kloof aan de kust. 

Luarca vanaf de Mirador de Luarca
het haventje van Luarca

Het meest indrukwekkend is Cudillero, eveneens in een kloof aan de kust, maar bijzonder schilderachtig. 

Cudillera
Cudillera
Cudillera
de kust bij Cudillera

We wandelen ook nog wat in het kustlandschap bij de Faro de Peñas.

onderweg naar Faro de Peñas
kust bij Faro de Peñas
Faro de Peñas

Morgen verlaten we de kust en rijden we de Picos de Europa in.

top

SLECHT ZICHT IN DE PICOS
dag 48       do 20 juni 2019
Ribadesella – Potes      191 km

Na een rit van 191 erg bochtige kilometers staan we op camping La Viorna in Potes. 

Van onze vorige reis weten we nog, dat Marij gelijk heeft: als het mooi weer is, zijn de Picos prachtig. Helaas Is het weer vandaag allesbehalve mooi: het miezert regelmatig, en als het niet miezert, dan is er nog dat wolkendek dat maar niet over de bergen kan komen. Vooral aan de noordzijde van de Picos zitten we regelmatig in de wolken. 

Niet alleen het weer is bepalend vandaag. Ook de wegomstandigheden zijn van invloed op het verloop van de dag. Dat begint al in Covadonga (Ribadesella > Arriondas > Cangas de Onis > Covadonga). Nog niet zo lang geleden kon je met eigen vervoer naar de meren boven Covadonga. Nu is de weg ná Covadonga in het hoogseizoen alleen nog maar geopend voor lokale touringcars en taxi’s. Deze ondernemers hanteren forse tarieven. Daarnaast is er bij de meren waarschijnlijk weinig zicht. Daarom gaan we, in afwijking van het plan, maar niet naar de meren. We bekijken wel nog even de basiliek van Covadonga en de grot Santa Cuevas.

onderweg naar Covadonga
de basiliek van Covadonga
de grot Santa Cueva
de grot Santa Cueva

Terug in Cangas de Onis nemen we de N-625 richting Riaño. Na Vega de Pervis stuiten we echter op een omleiding. De N-625 is gestremd. We worden omgeleid via het AS-261. Deze volgt het dal van de Ponga, een schitterende route, zo onder in de diepe kloof van het riviertje, tussen kaarsrechte granieten wanden. 

het dal van de Ponga
het dal van de Ponga
het dal van de Ponga

Bij San Juan de Beleño worden we de PO-2 opgestuurd. De borden “verboden voor voertuigen zwaarder dan 4 ton” (de buzz is 3,5 ton) zeggen al genoeg. De weg klimt stevig, en is op sommige stukken zó smal, dat zelfs tegenliggende motoren alleen met moeite voorbij kunnen. Daar komt nog eens bij, dat we op de top van de PO-2 dik in de wolken zitten, en dat er ook nog eens rekening moet worden gehouden met loslopende koeien. Het is dan ook een hele opluchting als we weer op de N-625 komen.

op de PO-2
op de PO-2
op de PO-2

Volgens plan zullen we een stukje na Oseja de Sajambre een zijweg door het Valdeon-dal nemen. We aarzelen even, maar we hebben het toch maar gedaan. Bij mooi weer is dit een van de mooiste stukken van de Picos, want bij Poseda de Valdeon kom je bijna aan de voet van een paar stevige tweeduizenders. Helaas, die toppen zitten vandaag dik in de wolken. Toch is deze route de moeite waard, want eenmaal over de col (de Puerto de Pandetrave) rijden we door een groen deel van de Picos richting Portilla de la Reina. Daar nemen we de N-621 naar Potes.

onderweg naar Poseda de Valdeon
de toppen liggen in de wolken
onderweg naar Portilla de la Reina
onderweg naar Portilla de la Reina
onderweg naar Portilla de la Reina
Portilla de la Reina

Ook op de N-621 moeten we over een col (de Puerto de San Glorio). Bijna het hele stuk van deze col naar Potes zitten we in de wolken die vanuit het noordoosten komen aanzetten, en maar niet over de Picos kunnen komen.

richting Potes
vlak voor Potes klaart het op

Het oorspronkelijke plan wil, dat we niet direct naar de camping gaan, maar eerst nog vanuit Potes naar Fuente Dé rijden. Dat is het hoogste punt dat je in de Picos met de auto kunt bereiken. In verband met het weer stellen we die rit maar uit.

top

EVEN GEEN KILOMETERS
dag 49      vr 21 juni 2019
Potes       0 km

We hebben de afgelopen vier dagen behoorlijk wat kilometers gemaakt. Daarom doen we vandaag lekker helemaal niets. 

Volgens het plan blijven we hier nog twee dagen, maar de camping valt ons een beetje tegen, dus morgen trekken we weer verder.

op de camping in Potes
uitzicht vanaf de camping in Potes

top

NAAR DE CANTABRISCHE KUST
dag 50      za 22 juni 2019
Potes – San Vicente de la Barquera

Na een rit van 119 km staan we op Camping Oyambre, iets oostelijk van San Vicente de la Barquera. 

We zijn vanochtend eerst naar Fuente Dé gegaan. Dat is een flink komvormig dal, waar de weg ophoudt en een nagenoeg loodrechte helling van 750 meter begint. Het is er hartstikke druk. De rij voor de kabelbaan naar de top (750 meter hoger) zou, qua wachttijd, ook voor de Python op de Efteling hebben kunnen staan. Een mooie bergwereld, maar wel heel erg toeristisch. We zijn er dan ook niet blijven hangen.

onderweg naar Fuente Dé
onderweg naar Fuente Dé
Fuente Dé

Eenmaal terug in Potes zoeken we de N-621 weer op. Al snel na Potes duikt deze de Desfiladero (kloof) de la Hermida in. Deze is door de Rio Deva uitgeslepen in het kalksteen van de Picos. Op sommige plaatsen zijn de wanden wel 600 meter hoog.

Desfiladero de la Hermida
Desfiladero de la Hermida
de Cantabrische kust

Aan het einde van de N-621 draaien we de N-634 op richting San Vicente de la Barquera. De Cantabrische kust is vrij vlak, rotsig, met verschillende strandjes.

top

EEN DAGJE ONDER DE LUIFEL
dag 51       zo 23 juni 2019
San Vicente de la Barquera       0 km

Volgens het oorspronkelijke plan is er vandaag een rustdag in Potes. Echter, omdat we vandaag in San Vicente zitten, houden we dáár een rustdag. Logisch toch. We zoeken schaduw onder de luifel en genieten van het uitzicht, met sneeuw op de noordelijke hellingen van de Picos. 

Morgen gaan we verder langs de kust.

de camping in San Vicente de la Barquera
het uitzicht vanaf de camping
met sneeuw op de toppen van de Picos

top

WEER IN BASKENLAND
dag 52    ma 24 juni 2019
San Vicente de la Barquera – Itxaspe

Na een rit van 275 km staan we op Camping Itxaspe in Itziar, een klein stukje ten oosten van Deba. Die afstand lijkt vooraf goed te doen, zeker met ongeveer 100 km autosnelweg, maar het resterende deel zit zó vol met bochten, dat we nog geen 30 km/uur gemiddeld halen. We komen dan ook pas om 20:00 uur op de camping aan. Waarom niet eerder gestopt? Er zijn simpelweg haast geen acceptabele campings in dit gebied. 

Vanochtend nemen we eerst, na pakweg 20 km, een kijkje in Santillana del Mar. Santillana geldt als een van de mooiste stadjes in Noord-Spanje. Het bevat nog vrij veel middeleeuwse gebouwen. Het kan qua schoonheid wel een beetje wedijveren met Albarracin (zie onze reis naar Andalusië), alleen is Santillana veel toeristischer (om de haverklap kom je een souvenirwinkeltje tegen).

Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar
Santillana del Mar

Na Santillana nemen we de A-8 tot aan Bilbao. Daarna rijden we via de kustweg (Getxo, Plentzia, Armintza, Bakio) naar Gaztelugatxeko (in het Baskisch is er echt geen touw meer aan vast te knopen). Dit is de naam van een bijzonder rotseilandje voor de kust met een 10e-eeuwse kluis/hermitage. Tegenwoordig is het met een dam verbonden met het vasteland. De wandeling naar het eilandje is iets te lang en te geaccidenteerd voor een vierkante enkel. We lopen daarom niet verder dan naar het uitzichtpunt. 

De eerstvolgende acceptabele camping is vervolgens nog zo’n 90 km rijden.

Gaztelugatxeko
de kust bij Gaztelugatxeko

top

HET RONDJE IS ROND
dag 53      di 25 juni 2019
Itxaspe – Urrugne      91 km

we zijn weer op de camping in Urrugne

We zijn weer op  Camping Larrouleta in Urrugne, in Zuid-Frankrijk, dicht bij de Spaanse grens. Het “rondje” van 7 weken door Spanje en Portugal zit er nu op. 

We rijden vanochtend naar de N-634 en volgen die tot San Sebastian. Daar zijn we met de buzz nog even naar de boulevard gereden. San Sebastian is een statige, bedrijvige en welvarende stad. 

Vervolgens rijden we (via de GI-20 en de GI-636) naar Hondarribia (met een middeleeuws centrum), maar daar komen we in een enorme file terecht. Er wordt blijkbaar een groot evenement georganiseerd. In de file wordt je als vanzelf het stadje weer uitgestuurd. We verzetten ons maar niet, en rijden naar Irun, waar we de GI-636 weer opzoeken.

Na een bezoek aan een tankstation (de diesel is in Frankrijk véél duurder) steken we de grens over en gaan naar de camping. 

Net als op de heenweg houden we hier een rustdag.

top

WARM EN VOCHTIG
dag 54       wo 26 juni 2019
Urrugne       0 km

Het is vandaag 34°. We hebben het al warmer gehad op deze reis (o.a. in Nazaré), maar vandaag hebben we een luchtvochtigheid van 92%, en dat is nieuw voor ons. 

Morgen beginnen we aan de terugreis. Het plan is, om 4 etappes van pakweg 320 km te rijden, maar het zou anders kunnen lopen, als we besluiten om wat verder door te rijden, zodat we nog wat langer kunnen genieten van de airco in de cabine van de buzz. 

We zien wel.

top

DE AIRCO OP VOLLE KRACHT
dag 55      do 27 juni 2019
Urrugne – Douville       313 km

Na een rit van 313 km staan we op Camping Lestaubière in Douville, ongeveer halverwege Bergerac en Périgueux. 

Het is ons gelukt om er 8 uur over te doen: we vertrekken in Urrugne om 10:30 en komen in Douville aan om 18:30. Dat is gelukt door een lange break te houden bij de Mac in Mont de Marsan (prima airco en dito internet), en door een siësta te houden in Houeillès, op een camperplaats met heel veel knot-platanen, dus met heel veel schaduw. Houeillès is overigens de plaats waar we op de heenreis (op de 3e dag) achter een catamaran kwamen te zitten. We denken, dat de producent van die catamaran hier ergens langs de route is gevestigd, want we zien onderweg naar Houeillès op een groot parkeerterrein precies zo’n kanjer van een catamaran als op de heenreis.

Een andere reden voor de langere reistijden, en daarmee voor langere airco-tijden,  is de nieuwe maximum snelheid op de N- en D-wegen in Frankrijk. Deze is van 90 verlaagd naar 80 km/uur.

schaduw onder de knot-platanen in Houeillès
schaduw op de camping in Douville

top

ILS SONT FOU, UN PEU
dag 56      vr 28 juni 2019
Douville – Bourges      370 km

op de stadscamping in Bourges (na de verplaatsing)

In Asterix en Obelix wordt regelmatig geroepen “ils sont fous, ces Romain”. Vandaag hadden we de neiging om te roepen “ils sont fous, ces Francais”, tenminste “un peu”. Waarom? Halverwege een omleiding houden ze op met de bewegwijzering.

Na ruim 8 uur en na 375 km staan we op Camping Robinson in Bourges. We vertrekken vanochtend om 10 uur uit Douville. Tegen twaalven zijn we in Aixe sur Vienne, het eindpunt van dag 3. We gaan daar maar eens kijken of de plaatselijke Mac nog steeds zo’n heerlijke maaltijdsalade heeft  En we worden op onze wenken bediend, met prima airco en dito internet als bijgerecht. 

De strategie van gisteren wordt voortgezet. Als we in Guéret aankomen (Aixe> Limoges > Bourganeuf > Guéret), zoeken we een plaatsje onder de bomen op een parkeerterrein van een grote supermarkt. Het is eerder een power nap dan een siësta, maar dan toch, even in de schaduw de oogjes dicht, is niet verkeerd. 

Vervolgens gaan de Fransen een beetje vreemd doen. In Guéret begint een omleidingsroute, want de D940 naar La Châtre is geblokkeerd. Al snel rijden we op de N145, de autoweg naar Montluçon. Nergens is echter nog enige aanduiding van de ‘deviation vers La Châtre’ te bespeuren. We rijden dus maar door naar Montluçon, en nemen daar de D2144 naar Bourges. 

Op de stadscamping kiezen we voor een schaduwrijke plaats dicht bij de ingang. Daar is het echter nogal luidruchtig, want aan de andere kant van de heg ligt een drukke weg. Als het na 20:00 uur niet merkbaar rustiger is geworden, verkassen we naar een plaats midden op de camping, die inmiddels in de schaduw ligt.

top

LAATSTE OVERNACHTING
dag 57      za 29 juni 2019
Bourges – Suzy (Laon)      340 km

Na een rit van 340 km staan we op camping Les Etangs du Moulin in Suzy, net onder Laon. De route kunnen we inmiddels dromen: Bourges > Gien > Montargis > Nemours > Fontainebleau > Melun > La Francilienne > Charles de Gaulle > Soissons.

De tijd heeft hier (in Suzy) min of meer stilgestaan: ze moeten nog aan 3G beginnen. Van de camping mogen we een paar minuten gratis op hun wifi-netwerk. Doen we het langer, dan zitten we vast aan een driedaags abonnement. De passant hangt hier klaarblijkelijk aan de achterste mem. Voor langkampeerders is men veel vriendelijker. 

De receptie komt ook niet erg professioneel over. Zo laten ze ons bij het inchecken wel twintig minuten wachten (er is iemand die een probleem heeft met een gehuurde tent, en alle loslopende medewerkers bemoeien zich met die zaak en zien ons domweg niet staan). We vragen om een schaduwrijke plek, maar we worden naar een plek gestuurd waar we in de volle zon staan. We wijzen op twee schaduwrijke plaatsen die speciaal voor campers zijn aangelegd, maar krijgen te horen dat die gereserveerd zijn. Merkwaardig, want ze blijven de hele nacht leeg.  

De camping is overigens wel bijzonder: alles ademt een western-sfeer.

op de camping in Suzy
western-sfeer op de camping in Suzy

top

AAN ALLES KOMT EEN EIND
dag 58       zo 30 juni 2019
Suzy (Laon) – Tilburg      346 km

We zijn  weer thuis. Het Is een kwestie van doorrijden: Laon > Maubeuge > Bergen > Brussel > Antwerpen > Breda > Tilburg. 

We hebben 7426 kilometer afgelegd, waarbij we 32 campings of camperplaatsen hebben bezocht.